Woordenlijst

Leer werkwoorden – Zweeds

cms/verbs-webp/108286904.webp
dricka
Korna dricker vatten från floden.
drinken
De koeien drinken water uit de rivier.
cms/verbs-webp/62788402.webp
stödja
Vi stödjer gärna din idé.
onderschrijven
We onderschrijven graag uw idee.
cms/verbs-webp/85677113.webp
använda
Hon använder kosmetikprodukter dagligen.
gebruiken
Ze gebruikt dagelijks cosmetische producten.
cms/verbs-webp/129002392.webp
utforska
Astronauterna vill utforska yttre rymden.
verkennen
De astronauten willen de ruimte verkennen.
cms/verbs-webp/21529020.webp
springa mot
Flickan springer mot sin mor.
toelopen
Het meisje loopt naar haar moeder toe.
cms/verbs-webp/97188237.webp
dansa
De dansar en tango i kärlek.
dansen
Ze dansen verliefd een tango.
cms/verbs-webp/122290319.webp
sätta undan
Jag vill sätta undan lite pengar varje månad till senare.
opzij zetten
Ik wil elke maand wat geld opzij zetten voor later.
cms/verbs-webp/73488967.webp
undersöka
Blodprover undersöks i detta labb.
onderzoeken
Bloedmonsters worden in dit lab onderzocht.
cms/verbs-webp/124740761.webp
stoppa
Kvinnan stoppar en bil.
stoppen
De vrouw stopt een auto.
cms/verbs-webp/104825562.webp
ställa
Du måste ställa klockan.
instellen
Je moet de klok instellen.
cms/verbs-webp/106608640.webp
använda
Även små barn använder surfplattor.
gebruiken
Zelfs kleine kinderen gebruiken tablets.
cms/verbs-webp/106787202.webp
komma hem
Pappa har äntligen kommit hem!
thuiskomen
Papa is eindelijk thuisgekomen!