Woordenlijst
Leer werkwoorden – Koreaans
탐험하다
사람들은 화성을 탐험하고 싶어한다.
tamheomhada
salamdeul-eun hwaseong-eul tamheomhago sip-eohanda.
verkennen
Mensen willen Mars verkennen.
사용하다
그녀는 모든 돈을 사용했다.
sayonghada
geunyeoneun modeun don-eul sayonghaessda.
uitgeven
Ze heeft al haar geld uitgegeven.
보고하다
선상의 모든 사람은 선장에게 보고한다.
bogohada
seonsang-ui modeun salam-eun seonjang-ege bogohanda.
melden
Iedereen aan boord meldt zich bij de kapitein.
매달리다
둘 다 가지에 매달려 있다.
maedallida
dul da gajie maedallyeo issda.
hangen
Ze hangen beide aan een tak.
가다
나는 휴가가 절실하게 필요하다; 나는 가야 한다!
gada
naneun hyugaga jeolsilhage pil-yohada; naneun gaya handa!
moeten gaan
Ik heb dringend vakantie nodig; ik moet gaan!
돈을 쓰다
우리는 수리에 많은 돈을 써야 한다.
don-eul sseuda
ulineun sulie manh-eun don-eul sseoya handa.
geld uitgeven
We moeten veel geld uitgeven aan reparaties.
수정하다
선생님은 학생들의 에세이를 수정한다.
sujeonghada
seonsaengnim-eun hagsaengdeul-ui eseileul sujeonghanda.
corrigeren
De leraar corrigeert de essays van de studenten.
태우다
당신은 돈을 태워서는 안 된다.
taeuda
dangsin-eun don-eul taewoseoneun an doenda.
verbranden
Je moet geen geld verbranden.
덮다
그녀는 빵 위에 치즈로 덮었다.
deopda
geunyeoneun ppang wie chijeulo deop-eossda.
bedekken
Ze heeft het brood met kaas bedekt.
잘 되다
이번에는 잘 되지 않았다.
jal doeda
ibeon-eneun jal doeji anh-assda.
lukken
Deze keer is het niet gelukt.
지나가다
때로는 시간이 천천히 지나간다.
jinagada
ttaeloneun sigan-i cheoncheonhi jinaganda.
voorbijgaan
De tijd gaat soms langzaam voorbij.