Woordenlijst
Leer werkwoorden – Catalaans

canviar
El mecànic està canviant els neumàtics.
vervangen
De automonteur vervangt de banden.

informar-se
Tots a bord s’informen amb el capità.
melden
Iedereen aan boord meldt zich bij de kapitein.

mirar
A les vacances, vaig mirar moltes atraccions.
bekijken
Op vakantie heb ik veel bezienswaardigheden bekeken.

emfatitzar
Pots emfatitzar els teus ulls bé amb maquillatge.
benadrukken
Je kunt je ogen goed benadrukken met make-up.

votar
Es vota a favor o en contra d’un candidat.
stemmen
Men stemt voor of tegen een kandidaat.

passar a través
El cotxe passa a través d’un arbre.
doorrijden
De auto rijdt door een boom.

esperar
Encara hem d’esperar un mes.
wachten
We moeten nog een maand wachten.

oblidar
Ella no vol oblidar el passat.
vergeten
Ze wil het verleden niet vergeten.

rentar
La mare renta el seu fill.
wassen
De moeder wast haar kind.

enviar
Ella vol enviar la carta ara.
versturen
Ze wil de brief nu versturen.

girar
Pots girar a l’esquerra.
draaien
Je mag naar links draaien.
