Woordenlijst

Leer werkwoorden – Catalaans

cms/verbs-webp/100565199.webp
esmorzar
Preferim esmorzar al llit.
ontbijten
We ontbijten het liefst op bed.
cms/verbs-webp/68841225.webp
entendre
No puc entendre’t!
begrijpen
Ik kan je niet begrijpen!
cms/verbs-webp/71991676.webp
deixar enrere
Van deixar accidentalment el seu fill a l’estació.
achterlaten
Ze hebben hun kind per ongeluk op het station achtergelaten.
cms/verbs-webp/17624512.webp
acostumar-se
Els nens han d’acostumar-se a rentar-se les dents.
wennen aan
Kinderen moeten wennen aan het tandenpoetsen.
cms/verbs-webp/87994643.webp
caminar
El grup va caminar per un pont.
wandelen
De groep wandelde over een brug.
cms/verbs-webp/95938550.webp
portar
Vam portar un arbre de Nadal.
meenemen
We hebben een kerstboom meegenomen.
cms/verbs-webp/34979195.webp
trobar-se
És bonic quan dues persones es troben.
samenkomen
Het is fijn als twee mensen samenkomen.
cms/verbs-webp/63351650.webp
cancel·lar
El vol està cancel·lat.
annuleren
De vlucht is geannuleerd.
cms/verbs-webp/73488967.webp
examinar
Les mostres de sang s’examinen en aquest laboratori.
onderzoeken
Bloedmonsters worden in dit lab onderzocht.
cms/verbs-webp/123380041.webp
succeir
Li va succeir alguna cosa en l’accident laboral?
overkomen
Is hem iets overkomen tijdens het werkongeluk?
cms/verbs-webp/108350963.webp
enriquir
Les espècies enriqueixen el nostre menjar.
verrijken
Specerijen verrijken ons eten.
cms/verbs-webp/84472893.webp
muntar
Als nens els agrada muntar en bicicletes o patinets.
rijden
Kinderen rijden graag op fietsen of steps.