Woordenlijst
Leer werkwoorden – Italiaans

rinnovare
Il pittore vuole rinnovare il colore delle pareti.
vernieuwen
De schilder wil de muurkleur vernieuwen.

scoprire
I marinai hanno scoperto una nuova terra.
ontdekken
De zeelieden hebben een nieuw land ontdekt.

fornire
Sono fornite sedie a sdraio per i vacanzieri.
voorzien
Strandstoelen worden voor de vakantiegangers voorzien.

svegliarsi
Lui si è appena svegliato.
wakker worden
Hij is net wakker geworden.

votare
Gli elettori stanno votando sul loro futuro oggi.
stemmen
De kiezers stemmen vandaag over hun toekomst.

estirpare
Le erbacce devono essere estirpate.
verwijderen
Onkruid moet verwijderd worden.

passare
L’acqua era troppo alta; il camion non poteva passare.
doorkomen
Het water was te hoog; de truck kon er niet doorheen.

giacere dietro
Il tempo della sua gioventù giace lontano nel passato.
achterliggen
De tijd van haar jeugd ligt ver achter haar.

servire
Ai cani piace servire i loro padroni.
dienen
Honden dienen graag hun baasjes.

arrivare
Molte persone arrivano in camper durante le vacanze.
aankomen
Veel mensen komen op vakantie met een camper aan.

completare
Puoi completare il puzzle?
voltooien
Kun je de puzzel voltooien?
