Woordenlijst
Leer werkwoorden – Italiaans

scrivere
Sta scrivendo una lettera.
schrijven
Hij schrijft een brief.

influenzare
Non lasciarti influenzare dagli altri!
beïnvloeden
Laat je niet door anderen beïnvloeden!

significare
Cosa significa questo stemma sul pavimento?
betekenen
Wat betekent dit wapenschild op de vloer?

perdere
Aspetta, hai perso il tuo portafoglio!
verliezen
Wacht, je hebt je portemonnee verloren!

sperare
Molti sperano in un futuro migliore in Europa.
hopen
Velen hopen op een betere toekomst in Europa.

combattere
Il corpo dei vigili del fuoco combatte l’incendio dall’aria.
bestrijden
De brandweer bestrijdt het vuur vanuit de lucht.

smaltire
Questi vecchi pneumatici devono essere smaltiti separatamente.
weggooien
Deze oude rubberen banden moeten apart worden weggegooid.

raccogliere
Dobbiamo raccogliere tutte le mele.
oprapen
We moeten alle appels oprapen.

comandare
Lui comanda il suo cane.
bevelen
Hij beveelt zijn hond.

credere
Molte persone credono in Dio.
geloven
Veel mensen geloven in God.

distruggere
Il tornado distrugge molte case.
vernielen
De tornado vernielt veel huizen.
