Woordenlijst
Leer werkwoorden – Russisch

застревать
Я застрял и не могу найти выход.
zastrevat‘
YA zastryal i ne mogu nayti vykhod.
vastzitten
Ik zit vast en kan geen uitweg vinden.

представлять
Она каждый день представляет что-то новое.
predstavlyat‘
Ona kazhdyy den‘ predstavlyayet chto-to novoye.
voorstellen
Ze stelt zich elke dag iets nieuws voor.

находиться
Жемчужина находится внутри ракушки.
nakhodit‘sya
Zhemchuzhina nakhoditsya vnutri rakushki.
zich bevinden
Er bevindt zich een parel in de schelp.

трогать
Он трогает ее нежно.
trogat‘
On trogayet yeye nezhno.
aanraken
Hij raakte haar teder aan.

отправлять
Этот пакет скоро будет отправлен.
otpravlyat‘
Etot paket skoro budet otpravlen.
versturen
Dit pakket wordt binnenkort verstuurd.

открывать
Фестиваль был открыт салютом.
otkryvat‘
Festival‘ byl otkryt salyutom.
openen
Het festival werd geopend met vuurwerk.

подтверждать
Она могла подтвердить хорошие новости своему мужу.
podtverzhdat‘
Ona mogla podtverdit‘ khoroshiye novosti svoyemu muzhu.
bevestigen
Ze kon het goede nieuws aan haar man bevestigen.

убивать
Я убью муху!
ubivat‘
YA ub‘yu mukhu!
doden
Ik zal de vlieg doden!

обратиться
Они обращаются друг к другу.
obratit‘sya
Oni obrashchayutsya drug k drugu.
zich wenden tot
Ze wenden zich tot elkaar.

звонить
Она может звонить только во время обеденного перерыва.
zvonit‘
Ona mozhet zvonit‘ tol‘ko vo vremya obedennogo pereryva.
bellen
Ze kan alleen bellen tijdens haar lunchpauze.

ударять
Будьте осторожны, лошадь может ударить!
udaryat‘
Bud‘te ostorozhny, loshad‘ mozhet udarit‘!
schoppen
Pas op, het paard kan schoppen!
