Woordenlijst

Leer werkwoorden – Ests

cms/verbs-webp/99602458.webp
piirama
Kas kaubandust peaks piirama?
beperken
Moet handel worden beperkt?
cms/verbs-webp/99633900.webp
uurima
Inimesed tahavad uurida Marsi.
verkennen
Mensen willen Mars verkennen.
cms/verbs-webp/123844560.webp
kaitsma
Kiiver peaks kaitsma õnnetuste eest.
beschermen
Een helm moet tegen ongelukken beschermen.
cms/verbs-webp/100649547.webp
palkima
Taotlejat palkati.
aannemen
De sollicitant werd aangenomen.
cms/verbs-webp/70055731.webp
lahkuma
Rong lahkub.
vertrekken
De trein vertrekt.
cms/verbs-webp/112444566.webp
rääkima
Keegi peaks temaga rääkima; ta on nii üksildane.
praten met
Iemand zou met hem moeten praten; hij is zo eenzaam.
cms/verbs-webp/123237946.webp
juhtuma
Siin on juhtunud õnnetus.
gebeuren
Hier is een ongeluk gebeurd.
cms/verbs-webp/107996282.webp
viitama
Õpetaja viitab tahvlil olevale näitele.
verwijzen
De leraar verwijst naar het voorbeeld op het bord.
cms/verbs-webp/122479015.webp
sobivaks lõikama
Kangas lõigatakse sobivaks.
op maat snijden
De stof wordt op maat gesneden.
cms/verbs-webp/114593953.webp
kohtuma
Nad kohtusid esmakordselt internetis.
ontmoeten
Ze ontmoetten elkaar voor het eerst op het internet.
cms/verbs-webp/74916079.webp
saabuma
Ta saabus õigeaegselt.
aankomen
Hij kwam net op tijd aan.
cms/verbs-webp/71612101.webp
sisenema
Metroo just sisenes jaama.
binnenkomen
De metro is net het station binnengekomen.