Woordenlijst

Leer werkwoorden – Esperanto

cms/verbs-webp/115267617.webp
aŭdaci
Ili aŭdacis salti el la aviadilo.
durven
Ze durfden uit het vliegtuig te springen.
cms/verbs-webp/44159270.webp
revenigi
La instruisto revenigas la eseojn al la studentoj.
teruggeven
De leraar geeft de essays terug aan de studenten.
cms/verbs-webp/93947253.webp
morti
Multaj homoj mortas en filmoj.
sterven
Veel mensen sterven in films.
cms/verbs-webp/102168061.webp
protesti
Homoj protestas kontraŭ maljusteco.
protesteren
Mensen protesteren tegen onrecht.
cms/verbs-webp/63868016.webp
reveni
La hundo revenigas la ludilon.
terugbrengen
De hond brengt het speelgoed terug.
cms/verbs-webp/124053323.webp
sendi
Li sendas leteron.
sturen
Hij stuurt een brief.
cms/verbs-webp/3270640.webp
persekuti
La kovboj persekutas la ĉevalojn.
achtervolgen
De cowboy achtervolgt de paarden.
cms/verbs-webp/101556029.webp
rifuzi
La infano rifuzas sian manĝaĵon.
weigeren
Het kind weigert zijn eten.
cms/verbs-webp/115520617.webp
surveturi
Biciklanto estis surveturita de aŭto.
aanrijden
Een fietser werd aangereden door een auto.
cms/verbs-webp/103797145.webp
dungi
La firmao volas dungi pli da homoj.
aannemen
Het bedrijf wil meer mensen aannemen.
cms/verbs-webp/105504873.webp
voli foriri
Ŝi volas foriri el sia hotelo.
willen verlaten
Ze wil haar hotel verlaten.
cms/verbs-webp/47969540.webp
blindiĝi
La viro kun la insignoj blindiĝis.
blind worden
De man met de badges is blind geworden.