Woordenlijst

Leer werkwoorden – Noors

cms/verbs-webp/120515454.webp
mate
Barna mater hesten.
voeden
De kinderen voeden het paard.
cms/verbs-webp/99196480.webp
parkere
Bilene er parkert i undergrunnen.
parkeren
De auto’s staan in de ondergrondse garage geparkeerd.
cms/verbs-webp/79322446.webp
introdusere
Han introduserer sin nye kjæreste for foreldrene sine.
voorstellen
Hij stelt zijn nieuwe vriendin voor aan zijn ouders.
cms/verbs-webp/92266224.webp
slå av
Hun slår av strømmen.
uitzetten
Ze zet de elektriciteit uit.
cms/verbs-webp/124458146.webp
overlate
Eierne overlater hundene sine til meg for en tur.
overlaten
De eigenaren laten hun honden aan mij over voor een wandeling.
cms/verbs-webp/89636007.webp
signere
Han signerte kontrakten.
ondertekenen
Hij ondertekende het contract.
cms/verbs-webp/123834435.webp
ta tilbake
Enheten er defekt; forhandleren må ta den tilbake.
terugnemen
Het apparaat is defect; de winkelier moet het terugnemen.
cms/verbs-webp/120978676.webp
brenne ned
Brannen vil brenne ned mye av skogen.
afbranden
Het vuur zal een groot deel van het bos afbranden.
cms/verbs-webp/117890903.webp
svare
Hun svarer alltid først.
antwoorden
Zij antwoordt altijd eerst.
cms/verbs-webp/84365550.webp
transportere
Lastebilen transporterer varene.
vervoeren
De vrachtwagen vervoert de goederen.
cms/verbs-webp/46602585.webp
transportere
Vi transporterer syklene på biltaket.
vervoeren
We vervoeren de fietsen op het dak van de auto.
cms/verbs-webp/78973375.webp
få sykemelding
Han må få en sykemelding fra legen.
ziektebriefje halen
Hij moet een ziektebriefje halen bij de dokter.