Woordenlijst

Leer werkwoorden – Noors

cms/verbs-webp/102447745.webp
avlyse
Han avlyste dessverre møtet.
annuleren
Hij heeft helaas de vergadering geannuleerd.
cms/verbs-webp/42212679.webp
arbeide for
Han arbeidet hardt for sine gode karakterer.
werken voor
Hij heeft hard gewerkt voor zijn goede cijfers.
cms/verbs-webp/105224098.webp
bekrefte
Hun kunne bekrefte den gode nyheten til mannen sin.
bevestigen
Ze kon het goede nieuws aan haar man bevestigen.
cms/verbs-webp/102169451.webp
håndtere
Man må håndtere problemer.
omgaan
Men moet met problemen omgaan.
cms/verbs-webp/129300323.webp
berøre
Bonden berører plantene sine.
aanraken
De boer raakt zijn planten aan.
cms/verbs-webp/129244598.webp
begrense
Under en diett må du begrense matinntaket ditt.
beperken
Tijdens een dieet moet je je voedselinname beperken.
cms/verbs-webp/82845015.webp
melde
Alle om bord melder til kapteinen.
melden
Iedereen aan boord meldt zich bij de kapitein.
cms/verbs-webp/47225563.webp
tenke med
Du må tenke med i kortspill.
meedenken
Je moet meedenken bij kaartspellen.
cms/verbs-webp/87142242.webp
henge ned
Hengekøyen henger ned fra taket.
hangen
De hangmat hangt aan het plafond.
cms/verbs-webp/88597759.webp
trykke
Han trykker på knappen.
drukken
Hij drukt op de knop.
cms/verbs-webp/40129244.webp
gå ut
Hun går ut av bilen.
uitgaan
Ze stapt uit de auto.
cms/verbs-webp/77738043.webp
starte
Soldatene starter.
beginnen
De soldaten beginnen.