Woordenlijst
Leer werkwoorden – Noors

komme sammen
Det er fint når to mennesker kommer sammen.
samenkomen
Het is fijn als twee mensen samenkomen.

investere
Hva skal vi investere pengene våre i?
investeren
Waar moeten we ons geld in investeren?

motta
Hun mottok en veldig fin gave.
ontvangen
Ze ontving een heel mooi cadeau.

kaste bort
Energi bør ikke kastes bort.
verspillen
Energie mag niet verspild worden.

nevne
Sjefen nevnte at han vil sparke ham.
vermelden
De baas vermeldde dat hij hem zal ontslaan.

vike
Mange gamle hus må vike for de nye.
wijken
Veel oude huizen moeten wijken voor de nieuwe.

passere forbi
De to passerer hverandre.
voorbijgaan
De twee lopen elkaar voorbij.

slippe foran
Ingen vil slippe ham foran i supermarkedkassen.
voor laten
Niemand wil hem voor laten gaan bij de kassa van de supermarkt.

forstå
Jeg forsto endelig oppgaven!
begrijpen
Ik begreep eindelijk de taak!

fortelle
Hun forteller henne en hemmelighet.
vertellen
Ze vertelt haar een geheim.

spare
Du kan spare penger på oppvarming.
besparen
Je kunt geld besparen op verwarming.
