Woordenlijst

Leer werkwoorden – Zweeds

cms/verbs-webp/107996282.webp
hänvisa
Läraren hänvisar till exemplet på tavlan.
verwijzen
De leraar verwijst naar het voorbeeld op het bord.
cms/verbs-webp/94796902.webp
hitta tillbaka
Jag kan inte hitta tillbaka.
de weg terugvinden
Ik kan de weg terug niet vinden.
cms/verbs-webp/113393913.webp
stanna
Taxibilarna har stannat vid stoppet.
arriveren
De taxi’s zijn bij de halte gearriveerd.
cms/verbs-webp/116932657.webp
Han får en bra pension på ålderns höst.
ontvangen
Hij ontvangt een goed pensioen op oudere leeftijd.
cms/verbs-webp/105854154.webp
begränsa
Stängsel begränsar vår frihet.
begrenzen
Hekken begrenzen onze vrijheid.
cms/verbs-webp/113966353.webp
servera
Servitören serverar maten.
serveren
De ober serveert het eten.
cms/verbs-webp/121670222.webp
följa
Kycklingarna följer alltid sin mamma.
volgen
De kuikens volgen altijd hun moeder.
cms/verbs-webp/84472893.webp
åka
Barn gillar att åka cykel eller sparkcykel.
rijden
Kinderen rijden graag op fietsen of steps.
cms/verbs-webp/107852800.webp
titta
Hon tittar genom kikare.
kijken
Ze kijkt door een verrekijker.
cms/verbs-webp/95625133.webp
älska
Hon älskar sin katt mycket.
houden van
Ze houdt heel veel van haar kat.
cms/verbs-webp/120220195.webp
sälja
Handlarna säljer många varor.
verkopen
De handelaren verkopen veel goederen.
cms/verbs-webp/81740345.webp
sammanfatta
Du behöver sammanfatta nyckelpunkterna från denna text.
samenvatten
Je moet de belangrijkste punten uit deze tekst samenvatten.