Woordenlijst
Leer werkwoorden – Engels (US)

protect
The mother protects her child.
beschermen
De moeder beschermt haar kind.

show
I can show a visa in my passport.
tonen
Ik kan een visum in mijn paspoort tonen.

jump over
The athlete must jump over the obstacle.
overspringen
De atleet moet over het obstakel springen.

marry
Minors are not allowed to be married.
trouwen
Minderjarigen mogen niet trouwen.

beat
He beat his opponent in tennis.
verslaan
Hij versloeg zijn tegenstander in tennis.

initiate
They will initiate their divorce.
initiëren
Ze zullen hun scheiding initiëren.

come first
Health always comes first!
voorgaan
Gezondheid gaat altijd voor!

send
I sent you a message.
sturen
Ik heb je een bericht gestuurd.

increase
The population has increased significantly.
toenemen
De bevolking is sterk toegenomen.

save
The girl is saving her pocket money.
sparen
Het meisje spaart haar zakgeld.

transport
The truck transports the goods.
vervoeren
De vrachtwagen vervoert de goederen.
