Vocabulary

Learn Verbs – Dutch

cms/verbs-webp/91997551.webp
begrijpen
Men kan niet alles over computers begrijpen.
understand
One cannot understand everything about computers.
cms/verbs-webp/102304863.webp
schoppen
Pas op, het paard kan schoppen!
kick
Be careful, the horse can kick!
cms/verbs-webp/123492574.webp
trainen
Professionele atleten moeten elke dag trainen.
train
Professional athletes have to train every day.
cms/verbs-webp/95655547.webp
voor laten
Niemand wil hem voor laten gaan bij de kassa van de supermarkt.
let in front
Nobody wants to let him go ahead at the supermarket checkout.
cms/verbs-webp/80116258.webp
evalueren
Hij evalueert de prestaties van het bedrijf.
evaluate
He evaluates the performance of the company.
cms/verbs-webp/43483158.webp
met de trein gaan
Ik ga er met de trein heen.
go by train
I will go there by train.
cms/verbs-webp/65915168.webp
ritselen
De bladeren ritselen onder mijn voeten.
rustle
The leaves rustle under my feet.
cms/verbs-webp/119952533.webp
smaken
Dit smaakt echt goed!
taste
This tastes really good!
cms/verbs-webp/99455547.webp
accepteren
Sommige mensen willen de waarheid niet accepteren.
accept
Some people don’t want to accept the truth.
cms/verbs-webp/103232609.webp
tentoonstellen
Hier wordt moderne kunst tentoongesteld.
exhibit
Modern art is exhibited here.
cms/verbs-webp/129002392.webp
verkennen
De astronauten willen de ruimte verkennen.
explore
The astronauts want to explore outer space.
cms/verbs-webp/68779174.webp
vertegenwoordigen
Advocaten vertegenwoordigen hun cliënten in de rechtbank.
represent
Lawyers represent their clients in court.