Vocabulary

Learn Adverbs – Dutch

cms/adverbs-webp/178653470.webp
buiten
We eten vandaag buiten.
outside
We are eating outside today.
cms/adverbs-webp/135007403.webp
in
Gaat hij naar binnen of naar buiten?
in
Is he going in or out?
cms/adverbs-webp/166071340.webp
uit
Ze komt uit het water.
out
She is coming out of the water.
cms/adverbs-webp/96228114.webp
nu
Moet ik hem nu bellen?
now
Should I call him now?
cms/adverbs-webp/98507913.webp
alle
Hier kun je alle vlaggen van de wereld zien.
all
Here you can see all flags of the world.
cms/adverbs-webp/76773039.webp
te veel
Het werk wordt me te veel.
too much
The work is getting too much for me.
cms/adverbs-webp/118228277.webp
uit
Hij zou graag uit de gevangenis willen komen.
out
He would like to get out of prison.
cms/adverbs-webp/164633476.webp
opnieuw
Ze ontmoetten elkaar opnieuw.
again
They met again.
cms/adverbs-webp/57457259.webp
buiten
Het zieke kind mag niet naar buiten.
out
The sick child is not allowed to go out.
cms/adverbs-webp/172832880.webp
erg
Het kind is erg hongerig.
very
The child is very hungry.
cms/adverbs-webp/138988656.webp
altijd
Je kunt ons altijd bellen.
anytime
You can call us anytime.
cms/adverbs-webp/132151989.webp
links
Aan de linkerkant zie je een schip.
left
On the left, you can see a ship.