Vocabulary
Learn Adjectives – Dutch

onbeperkt
de onbeperkte opslag
unlimited
the unlimited storage

groen
de groene groente
green
the green vegetables

extra
het extra inkomen
additional
the additional income

eetbaar
de eetbare chilipepers
edible
the edible chili peppers

voorste
de voorste rij
front
the front row

zacht
de zachte temperatuur
mild
the mild temperature

onschatbaar
een onschatbare diamant
invaluable
an invaluable diamond

moeilijk
de moeilijke bergbeklimming
difficult
the difficult mountain climbing

uniek
het unieke aquaduct
unique
the unique aqueduct

grappig
de grappige verkleedpartij
funny
the funny disguise

vereist
de vereiste winterbanden
required
the required winter tires
