Vocabulary
Learn Adjectives – Dutch

gemeen
het gemene meisje
mean
the mean girl

enorm
de enorme dinosaurus
huge
the huge dinosaur

nationaal
de nationale vlaggen
national
the national flags

ernstig
een ernstige overstroming
bad
a bad flood

gevarieerd
een gevarieerd fruitaanbod
varied
a varied fruit offer

veel
veel kapitaal
much
much capital

onleesbaar
de onleesbare tekst
unreadable
the unreadable text

duidelijk
de duidelijke bril
clear
the clear glasses

ongehuwd
de ongehuwde man
unmarried
an unmarried man

ongewoon
ongewone paddenstoelen
unusual
unusual mushrooms

armzalig
armzalige woningen
poor
poor dwellings
