Vocabulary
Learn Adjectives – Dutch

zoet
het zoete snoepgoed
sweet
the sweet confectionery

uniek
het unieke aquaduct
unique
the unique aqueduct

onmogelijk
een onmogelijke toegang
impossible
an impossible access

machtig
een machtige leeuw
powerful
a powerful lion

voorzichtig
de voorzichtige jongen
careful
the careful boy

overig
de overgebleven sneeuw
remaining
the remaining snow

afzonderlijk
de afzonderlijke boom
single
the single tree

kleurloos
de kleurloze badkamer
colorless
the colorless bathroom

overzichtelijk
een overzichtelijke index
clear
a clear index

over
het overgebleven eten
remaining
the remaining food

noodzakelijk
het noodzakelijke paspoort
necessary
the necessary passport
