Vocabulary
Learn Adjectives – Dutch

Sloveens
de Sloveense hoofdstad
Slovenian
the Slovenian capital

strak
een strakke bank
tight
a tight couch

dagelijks
het dagelijkse bad
everyday
the everyday bath

onbegaanbaar
de onbegaanbare weg
impassable
the impassable road

roze
een roze kamerinrichting
pink
a pink room decor

wolkenloos
een wolkenloze hemel
cloudless
a cloudless sky

onmogelijk
een onmogelijke toegang
impossible
an impossible access

uitdrukkelijk
een uitdrukkelijk verbod
explicit
an explicit prohibition

diep
diepe sneeuw
deep
deep snow

vers
verse oesters
fresh
fresh oysters

menselijk
een menselijke reactie
human
a human reaction
