Vocabulary
Learn Adjectives – Dutch

absurd
een absurde bril
absurd
an absurd pair of glasses

Sloveens
de Sloveense hoofdstad
Slovenian
the Slovenian capital

prachtig
een prachtige jurk
beautiful
a beautiful dress

elektrisch
de elektrische bergbaan
electric
the electric mountain railway

stekelig
de stekelige cactussen
spiky
the spiky cacti

wreed
de wrede jongen
cruel
the cruel boy

legaal
een legaal pistool
legal
a legal gun

oneerlijk
de oneerlijke taakverdeling
unfair
the unfair work division

kreupel
een kreupel man
lame
a lame man

snel
de snelle skiër
fast
the fast downhill skier

serieus
een serieuze bespreking
serious
a serious discussion
