Vocabulary
Learn Adjectives – Dutch

blij
het blije paar
happy
the happy couple

gek
de gekke gedachte
crazy
the crazy thought

verschillend
verschillende lichaamshoudingen
different
different postures

intelligent
een intelligente student
intelligent
an intelligent student

nat
de natte kleding
wet
the wet clothes

inheems
de inheemse groente
native
the native vegetables

verschrikkelijk
de verschrikkelijke rekenoefening
terrible
the terrible calculation

eenzaam
de eenzame weduwnaar
lonely
the lonely widower

groen
de groene groente
green
the green vegetables

perfect
het perfecte glas-in-lood roosvenster
perfect
the perfect stained glass rose window

openbaar
openbare toiletten
public
public toilets
