Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (US)

cms/verbs-webp/81973029.webp
initiate
They will initiate their divorce.
initiëren
Ze zullen hun scheiding initiëren.
cms/verbs-webp/90539620.webp
pass
Time sometimes passes slowly.
voorbijgaan
De tijd gaat soms langzaam voorbij.
cms/verbs-webp/94482705.webp
translate
He can translate between six languages.
vertalen
Hij kan tussen zes talen vertalen.
cms/verbs-webp/129403875.webp
ring
The bell rings every day.
rinkelen
De bel rinkelt elke dag.
cms/verbs-webp/117953809.webp
stand
She can’t stand the singing.
verdragen
Ze kan het zingen niet verdragen.
cms/verbs-webp/107996282.webp
refer
The teacher refers to the example on the board.
verwijzen
De leraar verwijst naar het voorbeeld op het bord.
cms/verbs-webp/118232218.webp
protect
Children must be protected.
beschermen
Kinderen moeten beschermd worden.
cms/verbs-webp/84476170.webp
demand
He demanded compensation from the person he had an accident with.
eisen
Hij eiste compensatie van de persoon waarmee hij een ongeluk had.
cms/verbs-webp/116358232.webp
happen
Something bad has happened.
gebeuren
Er is iets ergs gebeurd.
cms/verbs-webp/90554206.webp
report
She reports the scandal to her friend.
melden
Ze meldt het schandaal aan haar vriendin.
cms/verbs-webp/53646818.webp
let in
It was snowing outside and we let them in.
binnenlaten
Buiten sneeuwde het en we lieten ze binnen.
cms/verbs-webp/99169546.webp
look
Everyone is looking at their phones.
kijken
Iedereen kijkt naar hun telefoons.