Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (US)

cms/verbs-webp/130938054.webp
cover
The child covers itself.
bedekken
Het kind bedekt zichzelf.
cms/verbs-webp/91254822.webp
pick
She picked an apple.
plukken
Ze plukte een appel.
cms/verbs-webp/97593982.webp
prepare
A delicious breakfast is prepared!
bereiden
Er wordt een heerlijk ontbijt bereid!
cms/verbs-webp/91906251.webp
call
The boy calls as loud as he can.
roepen
De jongen roept zo luid als hij kan.
cms/verbs-webp/109434478.webp
open
The festival was opened with fireworks.
openen
Het festival werd geopend met vuurwerk.
cms/verbs-webp/75508285.webp
look forward
Children always look forward to snow.
verheugen
Kinderen verheugen zich altijd op sneeuw.
cms/verbs-webp/123947269.webp
monitor
Everything is monitored here by cameras.
monitoren
Alles wordt hier door camera’s gemonitord.
cms/verbs-webp/108556805.webp
look down
I could look down on the beach from the window.
naar beneden kijken
Ik kon vanuit het raam naar het strand beneden kijken.
cms/verbs-webp/85191995.webp
get along
End your fight and finally get along!
overweg kunnen
Stop met ruziën en kunnen jullie eindelijk met elkaar overweg!
cms/verbs-webp/101765009.webp
accompany
The dog accompanies them.
begeleiden
De hond begeleidt hen.
cms/verbs-webp/27076371.webp
belong
My wife belongs to me.
toebehoren
Mijn vrouw behoort mij toe.
cms/verbs-webp/97335541.webp
comment
He comments on politics every day.
becommentariëren
Hij becommentarieert elke dag de politiek.