Woordenlijst
Leer werkwoorden – Litouws

pristatyti
Mūsų dukra per atostogas pristato laikraščius.
bezorgen
Onze dochter bezorgt kranten tijdens de vakantie.

egzistuoti
Dinozaurai šiandien nebeegzistuoja.
bestaan
Dinosaurussen bestaan tegenwoordig niet meer.

įeiti
Jis įeina į viešbučio kambarį.
binnenkomen
Hij komt de hotelkamer binnen.

pasirašyti
Jis pasirašė sutartį.
ondertekenen
Hij ondertekende het contract.

gaminti
Mes gaminame elektros energiją iš vėjo ir saulės šviesos.
genereren
We genereren elektriciteit met wind en zonlicht.

palikti
Turistai palieka paplūdimį vidurdienį.
verlaten
Toeristen verlaten het strand rond de middag.

mokytis
Mano universitete mokosi daug moterų.
studeren
Er studeren veel vrouwen aan mijn universiteit.

rūpintis
Mūsų šeimininkas rūpinasi sniego šalinimu.
zorgen voor
Onze conciërge zorgt voor de sneeuwruiming.

jaustis
Motina jaučia daug meilės savo vaikui.
voelen
De moeder voelt veel liefde voor haar kind.

ieškoti
Policija ieško nusikaltėlio.
zoeken naar
De politie zoekt naar de dader.

varyti
Kovbojai varo galvijus su arkliais.
drijven
De cowboys drijven het vee met paarden.
