Woordenlijst

Leer werkwoorden – Litouws

cms/verbs-webp/57574620.webp
pristatyti
Mūsų dukra per atostogas pristato laikraščius.
bezorgen
Onze dochter bezorgt kranten tijdens de vakantie.
cms/verbs-webp/38296612.webp
egzistuoti
Dinozaurai šiandien nebeegzistuoja.
bestaan
Dinosaurussen bestaan tegenwoordig niet meer.
cms/verbs-webp/104135921.webp
įeiti
Jis įeina į viešbučio kambarį.
binnenkomen
Hij komt de hotelkamer binnen.
cms/verbs-webp/89636007.webp
pasirašyti
Jis pasirašė sutartį.
ondertekenen
Hij ondertekende het contract.
cms/verbs-webp/105934977.webp
gaminti
Mes gaminame elektros energiją iš vėjo ir saulės šviesos.
genereren
We genereren elektriciteit met wind en zonlicht.
cms/verbs-webp/125400489.webp
palikti
Turistai palieka paplūdimį vidurdienį.
verlaten
Toeristen verlaten het strand rond de middag.
cms/verbs-webp/85623875.webp
mokytis
Mano universitete mokosi daug moterų.
studeren
Er studeren veel vrouwen aan mijn universiteit.
cms/verbs-webp/75281875.webp
rūpintis
Mūsų šeimininkas rūpinasi sniego šalinimu.
zorgen voor
Onze conciërge zorgt voor de sneeuwruiming.
cms/verbs-webp/106665920.webp
jaustis
Motina jaučia daug meilės savo vaikui.
voelen
De moeder voelt veel liefde voor haar kind.
cms/verbs-webp/34567067.webp
ieškoti
Policija ieško nusikaltėlio.
zoeken naar
De politie zoekt naar de dader.
cms/verbs-webp/114272921.webp
varyti
Kovbojai varo galvijus su arkliais.
drijven
De cowboys drijven het vee met paarden.
cms/verbs-webp/95938550.webp
pasiimti
Mes pasiėmėme Kalėdų eglutę.
meenemen
We hebben een kerstboom meegenomen.