Woordenlijst

Leer werkwoorden – Litouws

cms/verbs-webp/91442777.webp
užžengti
Aš negaliu užžengti ant žemės šia koja.
stappen op
Ik kan met deze voet niet op de grond stappen.
cms/verbs-webp/99633900.webp
tyrinėti
Žmonės nori tyrinėti Marsą.
verkennen
Mensen willen Mars verkennen.
cms/verbs-webp/80552159.webp
veikti
Motociklas sugedo; jis daugiau neveikia.
werken
De motorfiets is kapot; hij werkt niet meer.
cms/verbs-webp/31726420.webp
kreiptis
Jie kreipiasi vienas į kitą.
zich wenden tot
Ze wenden zich tot elkaar.
cms/verbs-webp/63868016.webp
grąžinti
Šuo grąžina žaislą.
terugbrengen
De hond brengt het speelgoed terug.
cms/verbs-webp/40477981.webp
pažinti
Ji nėra pažįstama su elektra.
bekend zijn met
Ze is niet bekend met elektriciteit.
cms/verbs-webp/107852800.webp
žiūrėti
Ji žiūri per žiūronus.
kijken
Ze kijkt door een verrekijker.
cms/verbs-webp/106997420.webp
palikti nepaliestą
Gamta buvo palikta nepaliesta.
onaangeroerd laten
De natuur werd onaangeroerd gelaten.
cms/verbs-webp/40094762.webp
žadinti
Žadintuvas ją žadina 10 val. ryto.
wekken
De wekker wekt haar om 10 uur ’s ochtends.
cms/verbs-webp/120900153.webp
išeiti
Vaikai pagaliau nori išeiti laukan.
uitgaan
De kinderen willen eindelijk naar buiten.
cms/verbs-webp/41918279.webp
pabėgti
Mūsų sūnus norėjo pabėgti iš namų.
weglopen
Onze zoon wilde van huis weglopen.
cms/verbs-webp/43100258.webp
susitikti
Kartais jie susitinka laiptinėje.
ontmoeten
Soms ontmoeten ze elkaar in het trappenhuis.