Woordenlijst

Leer werkwoorden – Afrikaans

cms/verbs-webp/72855015.webp
ontvang
Sy het ’n baie mooi geskenk ontvang.
ontvangen
Ze ontving een heel mooi cadeau.
cms/verbs-webp/80332176.webp
onderstreep
Hy het sy verklaring onderstreep.
onderstrepen
Hij onderstreepte zijn uitspraak.
cms/verbs-webp/124545057.webp
luister na
Die kinders luister graag na haar stories.
luisteren naar
De kinderen luisteren graag naar haar verhalen.
cms/verbs-webp/120624757.webp
stap
Hy hou daarvan om in die woud te stap.
wandelen
Hij wandelt graag in het bos.
cms/verbs-webp/102304863.webp
skop
Wees versigtig, die perd kan skop!
schoppen
Pas op, het paard kan schoppen!
cms/verbs-webp/122638846.webp
stomslaan
Die verrassing slaan haar stom.
sprakeloos maken
De verrassing maakt haar sprakeloos.
cms/verbs-webp/117311654.webp
dra
Hulle dra hul kinders op hulle rûe.
dragen
Ze dragen hun kinderen op hun rug.
cms/verbs-webp/87205111.webp
oorneem
Die sprinkane het oorgeneem.
overnemen
De sprinkhanen hebben de overhand genomen.
cms/verbs-webp/85010406.webp
spring oor
Die atleet moet oor die hindernis spring.
overspringen
De atleet moet over het obstakel springen.
cms/verbs-webp/120220195.webp
verkoop
Die handelaars verkoop baie goedere.
verkopen
De handelaren verkopen veel goederen.
cms/verbs-webp/119335162.webp
beweeg
Dit is gesond om baie te beweeg.
bewegen
Het is gezond om veel te bewegen.
cms/verbs-webp/104476632.webp
was
Ek hou nie daarvan om die skottelgoed te was nie.
afwassen
Ik hou niet van afwassen.