Woordenlijst

Leer werkwoorden – Afrikaans

cms/verbs-webp/110667777.webp
verantwoordelik wees
Die dokter is verantwoordelik vir die terapie.
verantwoordelijk zijn voor
De arts is verantwoordelijk voor de therapie.
cms/verbs-webp/117953809.webp
verdra
Sy kan nie die sang verdra nie.
verdragen
Ze kan het zingen niet verdragen.
cms/verbs-webp/130814457.webp
voeg by
Sy voeg ’n bietjie melk by die koffie.
toevoegen
Ze voegt wat melk toe aan de koffie.
cms/verbs-webp/81986237.webp
meng
Sy meng ’n vrugtesap.
mengen
Ze mengt een vruchtensap.
cms/verbs-webp/44159270.webp
teruggee
Die onderwyser gee die opstelle terug aan die studente.
teruggeven
De leraar geeft de essays terug aan de studenten.
cms/verbs-webp/123844560.webp
beskerm
’n Helm is daar om teen ongelukke te beskerm.
beschermen
Een helm moet tegen ongelukken beschermen.
cms/verbs-webp/104135921.webp
binnegaan
Hy gaan die hotelkamer binne.
binnenkomen
Hij komt de hotelkamer binnen.
cms/verbs-webp/80060417.webp
ry weg
Sy ry weg in haar motor.
wegrijden
Ze rijdt weg in haar auto.
cms/verbs-webp/104167534.webp
besit
Ek besit ’n rooi sportmotor.
bezitten
Ik bezit een rode sportwagen.
cms/verbs-webp/116519780.webp
hardloop uit
Sy hardloop uit met die nuwe skoene.
naar buiten rennen
Ze rent met de nieuwe schoenen naar buiten.
cms/verbs-webp/103232609.webp
uitstal
Moderne kuns word hier uitgestal.
tentoonstellen
Hier wordt moderne kunst tentoongesteld.
cms/verbs-webp/4706191.webp
oefen
Die vrou oefen joga.
oefenen
De vrouw beoefent yoga.