Woordenlijst

Leer werkwoorden – Bosnisch

cms/verbs-webp/122398994.webp
ubiti
Pazi, s tom sjekirom možeš nekoga ubiti!
doden
Pas op, je kunt iemand doden met die bijl!
cms/verbs-webp/119747108.webp
jesti
Šta želimo jesti danas?
eten
Wat willen we vandaag eten?
cms/verbs-webp/118232218.webp
zaštititi
Djecu treba zaštititi.
beschermen
Kinderen moeten beschermd worden.
cms/verbs-webp/78973375.webp
dobiti bolovanje
Mora dobiti bolovanje od doktora.
ziektebriefje halen
Hij moet een ziektebriefje halen bij de dokter.
cms/verbs-webp/108350963.webp
obogatiti
Začini obogaćuju našu hranu.
verrijken
Specerijen verrijken ons eten.
cms/verbs-webp/120686188.webp
učiti
Djevojke vole učiti zajedno.
studeren
De meisjes studeren graag samen.
cms/verbs-webp/23468401.webp
zaručiti se
Tajno su se zaručili!
verloven
Ze hebben stiekem verloofd!
cms/verbs-webp/130770778.webp
putovati
On voli putovati i vidio je mnoge zemlje.
reizen
Hij reist graag en heeft veel landen gezien.
cms/verbs-webp/113253386.webp
uspjeti
Ovaj put nije uspjelo.
lukken
Deze keer is het niet gelukt.
cms/verbs-webp/119847349.webp
čuti
Ne mogu te čuti!
horen
Ik kan je niet horen!
cms/verbs-webp/84472893.webp
voziti
Djeca vole voziti bicikle ili skutere.
rijden
Kinderen rijden graag op fietsen of steps.
cms/verbs-webp/89025699.webp
nositi
Magarac nosi teški teret.
dragen
De ezel draagt een zware last.