Woordenlijst

Leer werkwoorden – Deens

cms/verbs-webp/71991676.webp
efterlade
De efterlod ved et uheld deres barn på stationen.
achterlaten
Ze hebben hun kind per ongeluk op het station achtergelaten.
cms/verbs-webp/119289508.webp
beholde
Du kan beholde pengene.
houden
Je mag het geld houden.
cms/verbs-webp/90554206.webp
rapportere
Hun rapporterer skandalen til sin veninde.
melden
Ze meldt het schandaal aan haar vriendin.
cms/verbs-webp/104849232.webp
føde
Hun skal føde snart.
bevallen
Ze zal binnenkort bevallen.
cms/verbs-webp/101890902.webp
producere
Vi producerer vores egen honning.
produceren
We produceren onze eigen honing.
cms/verbs-webp/90287300.webp
ringe
Kan du høre klokken ringe?
rinkelen
Hoor je de bel rinkelen?
cms/verbs-webp/77572541.webp
fjerne
Håndværkeren fjernede de gamle fliser.
verwijderen
De vakman heeft de oude tegels verwijderd.
cms/verbs-webp/96628863.webp
spare
Pigen sparer sin lommepenge.
sparen
Het meisje spaart haar zakgeld.
cms/verbs-webp/109542274.webp
lukke igennem
Skal flygtninge lukkes igennem ved grænserne?
doorlaten
Moeten vluchtelingen aan de grenzen worden doorgelaten?
cms/verbs-webp/102167684.webp
sammenligne
De sammenligner deres tal.
vergelijken
Ze vergelijken hun cijfers.
cms/verbs-webp/67955103.webp
spise
Hønsene spiser kornet.
eten
De kippen eten de granen.
cms/verbs-webp/59250506.webp
tilbyde
Hun tilbød at vande blomsterne.
aanbieden
Ze bood aan de bloemen water te geven.