Woordenlijst

Leer werkwoorden – Deens

cms/verbs-webp/27076371.webp
tilhøre
Min kone tilhører mig.
toebehoren
Mijn vrouw behoort mij toe.
cms/verbs-webp/84314162.webp
brede ud
Han breder sine arme ud.
uitspreiden
Hij spreidt zijn armen wijd uit.
cms/verbs-webp/124575915.webp
forbedre
Hun ønsker at forbedre sin figur.
verbeteren
Ze wil haar figuur verbeteren.
cms/verbs-webp/68435277.webp
komme
Jeg er glad for, at du kom!
komen
Ik ben blij dat je bent gekomen!
cms/verbs-webp/89635850.webp
ringe
Hun tog telefonen og ringede nummeret.
draaien
Ze pakte de telefoon en draaide het nummer.
cms/verbs-webp/124545057.webp
lytte til
Børnene kan lide at lytte til hendes historier.
luisteren naar
De kinderen luisteren graag naar haar verhalen.
cms/verbs-webp/72855015.webp
modtage
Hun modtog en meget flot gave.
ontvangen
Ze ontving een heel mooi cadeau.
cms/verbs-webp/114272921.webp
drive
Cowboysene driver kvæget med heste.
drijven
De cowboys drijven het vee met paarden.
cms/verbs-webp/34725682.webp
foreslå
Kvinden foreslår noget til sin veninde.
voorstellen
De vrouw stelt iets voor aan haar vriendin.
cms/verbs-webp/75001292.webp
køre afsted
Da lyset skiftede, kørte bilerne afsted.
wegrijden
Toen het licht veranderde, reden de auto’s weg.
cms/verbs-webp/80427816.webp
rette
Læreren retter elevernes opgaver.
corrigeren
De leraar corrigeert de essays van de studenten.
cms/verbs-webp/106279322.webp
rejse
Vi kan godt lide at rejse gennem Europa.
reizen
We reizen graag door Europa.