Woordenlijst

Leer werkwoorden – Italiaans

cms/verbs-webp/102304863.webp
calciare
Attenzione, il cavallo può calciare!
schoppen
Pas op, het paard kan schoppen!
cms/verbs-webp/98060831.webp
pubblicare
L’editore pubblica queste riviste.
uitgeven
De uitgever geeft deze tijdschriften uit.
cms/verbs-webp/94555716.webp
diventare
Sono diventati una buona squadra.
worden
Ze zijn een goed team geworden.
cms/verbs-webp/102823465.webp
mostrare
Posso mostrare un visto nel mio passaporto.
tonen
Ik kan een visum in mijn paspoort tonen.
cms/verbs-webp/99392849.webp
rimuovere
Come si può rimuovere una macchia di vino rosso?
verwijderen
Hoe kan men een rode wijnvlek verwijderen?
cms/verbs-webp/86583061.webp
pagare
Ha pagato con carta di credito.
betalen
Ze betaalde met een creditcard.
cms/verbs-webp/120801514.webp
mancare
Mi mancherai tanto!
missen
Ik zal je zo erg missen!
cms/verbs-webp/63351650.webp
cancellare
Il volo è cancellato.
annuleren
De vlucht is geannuleerd.
cms/verbs-webp/853759.webp
svendere
La merce viene svenduta.
uitverkopen
De koopwaar wordt uitverkocht.
cms/verbs-webp/89084239.webp
ridurre
Devo assolutamente ridurre i miei costi di riscaldamento.
verminderen
Ik moet absoluut mijn stookkosten verminderen.
cms/verbs-webp/114379513.webp
coprire
Le ninfee coprono l’acqua.
bedekken
De waterlelies bedekken het water.
cms/verbs-webp/129203514.webp
chiacchierare
Chiacchiera spesso con il suo vicino.
kletsen
Hij kletst vaak met zijn buurman.