Woordenlijst
Leer werkwoorden – Koreaans

열다
이 통조림을 나에게 열어 줄 수 있나요?
yeolda
i tongjolim-eul na-ege yeol-eo jul su issnayo?
openen
Kun je dit blikje voor me openen?

싫어하다
두 소년은 서로 싫어한다.
silh-eohada
du sonyeon-eun seolo silh-eohanda.
haten
De twee jongens haten elkaar.

남겨두다
나는 매달 나중을 위해 돈을 좀 남겨두고 싶다.
namgyeoduda
naneun maedal najung-eul wihae don-eul jom namgyeodugo sipda.
opzij zetten
Ik wil elke maand wat geld opzij zetten voor later.

업데이트하다
요즘에는 지식을 계속 업데이트해야 합니다.
eobdeiteuhada
yojeum-eneun jisig-eul gyesog eobdeiteuhaeya habnida.
updaten
Tegenwoordig moet je je kennis voortdurend updaten.

먹다
닭들은 곡물을 먹고 있다.
meogda
dalgdeul-eun gogmul-eul meoggo issda.
eten
De kippen eten de granen.

기쁘게 하다
그 골은 독일 축구 팬들을 기쁘게 합니다.
gippeuge hada
geu gol-eun dog-il chuggu paendeul-eul gippeuge habnida.
verheugen
Het doelpunt verheugt de Duitse voetbalfans.

역겹게 생각하다
그녀는 거미를 무척 역겹게 생각한다.
yeoggyeobge saeng-gaghada
geunyeoneun geomileul mucheog yeoggyeobge saeng-gaghanda.
walgen van
Ze walgde van spinnen.

관리하다
네 가족에서 누가 돈을 관리하나요?
gwanlihada
ne gajog-eseo nuga don-eul gwanlihanayo?
beheren
Wie beheert het geld in jouw gezin?

받아들이다
어떤 사람들은 진실을 받아들이기를 원하지 않는다.
bad-adeul-ida
eotteon salamdeul-eun jinsil-eul bad-adeul-igileul wonhaji anhneunda.
accepteren
Sommige mensen willen de waarheid niet accepteren.

때리다
부모님은 아이들을 때려서는 안 된다.
ttaelida
bumonim-eun aideul-eul ttaelyeoseoneun an doenda.
slaan
Ouders zouden hun kinderen niet moeten slaan.

준비하다
그녀는 케이크를 준비하고 있다.
junbihada
geunyeoneun keikeuleul junbihago issda.
bereiden
Ze bereidt een taart.
