Woordenlijst
Leer werkwoorden – Koreaans

길을 찾다
나는 미로에서 잘 길을 찾을 수 있다.
gil-eul chajda
naneun milo-eseo jal gil-eul chaj-eul su issda.
de weg vinden
Ik kan goed de weg vinden in een labyrint.

속하다
나의 아내는 나에게 속한다.
soghada
naui anaeneun na-ege soghanda.
toebehoren
Mijn vrouw behoort mij toe.

기록하다
비밀번호를 기록해야 합니다!
giloghada
bimilbeonholeul giloghaeya habnida!
opschrijven
Je moet het wachtwoord opschrijven!

가져오다
전령은 소포를 가져온다.
gajyeooda
jeonlyeong-eun sopoleul gajyeoonda.
brengen
De koerier brengt een pakketje.

저축하다
소녀는 용돈을 저축하고 있다.
jeochughada
sonyeoneun yongdon-eul jeochughago issda.
sparen
Het meisje spaart haar zakgeld.

뛰어나가다
그녀는 새 신발을 신고 뛰어나간다.
ttwieonagada
geunyeoneun sae sinbal-eul singo ttwieonaganda.
naar buiten rennen
Ze rent met de nieuwe schoenen naar buiten.

집에 가다
그는 일 후에 집에 간다.
jib-e gada
geuneun il hue jib-e ganda.
naar huis gaan
Hij gaat na het werk naar huis.

다시 보다
그들은 드디어 서로 다시 본다.
dasi boda
geudeul-eun deudieo seolo dasi bonda.
weerzien
Ze zien elkaar eindelijk weer.

알다
아이들은 매우 호기심이 많고 이미 많은 것을 알고 있다.
alda
aideul-eun maeu hogisim-i manhgo imi manh-eun geos-eul algo issda.
weten
De kinderen zijn erg nieuwsgierig en weten al veel.

이해하다
컴퓨터에 대해 모든 것을 이해할 수는 없다.
ihaehada
keompyuteoe daehae modeun geos-eul ihaehal suneun eobsda.
begrijpen
Men kan niet alles over computers begrijpen.

밟다
이 발로는 땅을 밟을 수 없어.
balbda
i balloneun ttang-eul balb-eul su eobs-eo.
stappen op
Ik kan met deze voet niet op de grond stappen.
