Woordenlijst

Leer werkwoorden – Slovaaks

cms/verbs-webp/51573459.webp
zdôrazniť
Oči môžete dobre zdôrazniť makeupom.
benadrukken
Je kunt je ogen goed benadrukken met make-up.
cms/verbs-webp/68841225.webp
rozumieť
Nerozumiem ti!
begrijpen
Ik kan je niet begrijpen!
cms/verbs-webp/85860114.webp
ísť ďalej
Už nemôžete ísť ďalej.
verder gaan
Je kunt op dit punt niet verder gaan.
cms/verbs-webp/119952533.webp
chutiť
To chutí naozaj dobre!
smaken
Dit smaakt echt goed!
cms/verbs-webp/129403875.webp
zvoniť
Zvonec zvoní každý deň.
rinkelen
De bel rinkelt elke dag.
cms/verbs-webp/78073084.webp
ľahnúť si
Boli unavení a ľahli si.
liggen
Ze waren moe en gingen liggen.
cms/verbs-webp/116067426.webp
utekať
Všetci utekali pred ohňom.
wegrennen
Iedereen rende weg van het vuur.
cms/verbs-webp/18316732.webp
prejsť
Auto prejde stromom.
doorrijden
De auto rijdt door een boom.
cms/verbs-webp/859238.webp
vykonávať
Ona vykonáva nezvyčajné povolanie.
uitoefenen
Ze oefent een ongewoon beroep uit.
cms/verbs-webp/108350963.webp
obohatiť
Koreniny obohacujú naše jedlo.
verrijken
Specerijen verrijken ons eten.
cms/verbs-webp/56994174.webp
vyjsť
Čo vyjde z vajíčka?
uitkomen
Wat komt er uit het ei?
cms/verbs-webp/73649332.webp
kričať
Ak chcete byť počutí, musíte svoju správu kričať nahlas.
schreeuwen
Als je gehoord wilt worden, moet je je boodschap luid schreeuwen.