Woordenlijst
Leer werkwoorden – Slovaaks

monitorovať
Všetko je tu monitorované kamerami.
monitoren
Alles wordt hier door camera’s gemonitord.

nájsť cestu späť
Neviem nájsť cestu späť.
de weg terugvinden
Ik kan de weg terug niet vinden.

priniesť
Kurier prináša balík.
brengen
De koerier brengt een pakketje.

oslepnúť
Muž s odznakmi oslepol.
blind worden
De man met de badges is blind geworden.

dokázať
Chce dokázať matematický vzorec.
bewijzen
Hij wil een wiskundige formule bewijzen.

investovať
Kam by sme mali investovať naše peniaze?
investeren
Waar moeten we ons geld in investeren?

parkovať
Autá sú zaparkované v podzemnej garáži.
parkeren
De auto’s staan in de ondergrondse garage geparkeerd.

maľovať
Chcem si namaľovať byt.
schilderen
Ik wil mijn appartement schilderen.

prepravovať
Nákladník prepravuje tovar.
vervoeren
De vrachtwagen vervoert de goederen.

prejsť popri
Vlak nám práve prechádza popri.
voorbijgaan
De trein gaat aan ons voorbij.

čistiť
Robotník čistí okno.
schoonmaken
De werker maakt het raam schoon.
