Woordenlijst
Leer werkwoorden – Pools

odkładać
Chcę odkładać trochę pieniędzy na później co miesiąc.
opzij zetten
Ik wil elke maand wat geld opzij zetten voor later.

urządzić
Moja córka chce urządzić swój apartament.
inrichten
Mijn dochter wil haar appartement inrichten.

reprezentować
Prawnicy reprezentują swoich klientów w sądzie.
vertegenwoordigen
Advocaten vertegenwoordigen hun cliënten in de rechtbank.

przejechać
Rowerzysta został przejechany przez samochód.
aanrijden
Een fietser werd aangereden door een auto.

zwracać uwagę
Trzeba zwracać uwagę na znaki drogowe.
opletten
Men moet opletten voor de verkeersborden.

przybywać
Wiele osób przybywa na wakacje kamperem.
aankomen
Veel mensen komen op vakantie met een camper aan.

podsumować
Musisz podsumować kluczowe punkty z tego tekstu.
samenvatten
Je moet de belangrijkste punten uit deze tekst samenvatten.

usuwać
Koparka usuwa glebę.
verwijderen
De graafmachine verwijdert de grond.

przytulać
On przytula swojego starego ojca.
knuffelen
Hij knuffelt zijn oude vader.

krzyczeć
Jeśli chcesz być słyszany, musisz głośno krzyczeć swoją wiadomość.
schreeuwen
Als je gehoord wilt worden, moet je je boodschap luid schreeuwen.

zapisać
Musisz zapisać hasło!
opschrijven
Je moet het wachtwoord opschrijven!
