Woordenlijst
Leer werkwoorden – Ests
kommenteerima
Ta kommenteerib iga päev poliitikat.
becommentariëren
Hij becommentarieert elke dag de politiek.
kokku kolima
Need kaks plaanivad varsti kokku kolida.
samenwonen
De twee zijn van plan om binnenkort samen te gaan wonen.
valima
Ta võttis telefoni ja valis numbri.
draaien
Ze pakte de telefoon en draaide het nummer.
avaldama
Kirjastaja on avaldanud palju raamatuid.
publiceren
De uitgever heeft veel boeken gepubliceerd.
alla vaatama
Ta vaatab alla orgu.
naar beneden kijken
Ze kijkt naar beneden het dal in.
rääkima
Kinos ei tohiks liiga valjult rääkida.
spreken
Men moet niet te luid spreken in de bioscoop.
tühistama
Ta kahjuks tühistas koosoleku.
annuleren
Hij heeft helaas de vergadering geannuleerd.
käivitama
Suits käivitas häiresüsteemi.
activeren
De rook activeerde het alarm.
piirama
Dieedi ajal peab toidu tarbimist piirama.
beperken
Tijdens een dieet moet je je voedselinname beperken.
sõpradeks saama
Need kaks on sõbraks saanud.
vrienden worden
De twee zijn vrienden geworden.
säästma
Mu lapsed on oma raha säästnud.
sparen
Mijn kinderen hebben hun eigen geld gespaard.