Woordenlijst

Leer werkwoorden – Esperanto

cms/verbs-webp/111615154.webp
reveturi
La patrino reveturas la filinon hejmen.
terugrijden
De moeder rijdt met de dochter terug naar huis.
cms/verbs-webp/129403875.webp
soni
La sonorilo sonas ĉiutage.
rinkelen
De bel rinkelt elke dag.
cms/verbs-webp/120655636.webp
ĝisdatigi
Nuntempe, vi devas konstante ĝisdatigi vian scion.
updaten
Tegenwoordig moet je je kennis voortdurend updaten.
cms/verbs-webp/117658590.webp
ekstingiĝi
Multaj bestoj ekstingiĝis hodiaŭ.
uitsterven
Veel dieren zijn vandaag uitgestorven.
cms/verbs-webp/63868016.webp
reveni
La hundo revenigas la ludilon.
terugbrengen
De hond brengt het speelgoed terug.
cms/verbs-webp/91643527.webp
bloki
Mi estas blokita kaj ne povas trovi elirejon.
vastzitten
Ik zit vast en kan geen uitweg vinden.
cms/verbs-webp/113248427.webp
venki
Li provas venki ĉe ŝako.
winnen
Hij probeert te winnen met schaken.
cms/verbs-webp/53646818.webp
enlasi
Estis neganta ekstere kaj ni enlasis ilin.
binnenlaten
Buiten sneeuwde het en we lieten ze binnen.
cms/verbs-webp/63935931.webp
turni
Ŝi turnas la viandon.
draaien
Ze draait het vlees.
cms/verbs-webp/91930542.webp
haltigi
La policistino haltigas la aŭton.
stoppen
De agente stopt de auto.
cms/verbs-webp/124525016.webp
esti malantaŭ
La tempo de ŝia juneco estas malantaŭ.
achterliggen
De tijd van haar jeugd ligt ver achter haar.
cms/verbs-webp/115373990.webp
aperi
Granda fiŝo subite aperis en la akvo.
verschijnen
Er verscheen plotseling een grote vis in het water.