Woordenlijst

Leer werkwoorden – Afrikaans

cms/verbs-webp/121928809.webp
versterk
Gimnastiek versterk die spiere.
versterken
Gymnastiek versterkt de spieren.
cms/verbs-webp/95938550.webp
saamneem
Ons het ’n Kersboom saamgeneem.
meenemen
We hebben een kerstboom meegenomen.
cms/verbs-webp/20225657.webp
eis
My kleinkind eis baie van my.
vragen
Mijn kleinkind vraagt veel van mij.
cms/verbs-webp/89025699.webp
dra
Die donkie dra ’n swaar las.
dragen
De ezel draagt een zware last.
cms/verbs-webp/123648488.webp
gaan loer
Die dokters gaan elke dag by die pasiënt loer.
langskomen
De artsen komen elke dag bij de patiënt langs.
cms/verbs-webp/129300323.webp
raak
Die boer raak sy plante aan.
aanraken
De boer raakt zijn planten aan.
cms/verbs-webp/111892658.webp
lewer
Hy lewer pizzas by huise af.
bezorgen
Hij bezorgt pizza’s aan huis.
cms/verbs-webp/63645950.webp
hardloop
Sy hardloop elke oggend op die strand.
rennen
Ze rent elke ochtend op het strand.
cms/verbs-webp/74009623.webp
toets
Die motor word in die werkswinkel getoets.
testen
De auto wordt in de werkplaats getest.
cms/verbs-webp/124320643.webp
moeilik vind
Albei vind dit moeilik om totsiens te sê.
moeilijk vinden
Beiden vinden het moeilijk om afscheid te nemen.
cms/verbs-webp/70624964.webp
pret hê
Ons het baie pret by die kermis gehad!
plezier hebben
We hebben veel plezier gehad op de kermis!
cms/verbs-webp/123947269.webp
monitor
Alles word hier deur kameras gemonitor.
monitoren
Alles wordt hier door camera’s gemonitord.