Woordenlijst

Leer werkwoorden – Afrikaans

cms/verbs-webp/105238413.webp
spaar
Jy kan geld op verhitting spaar.
besparen
Je kunt geld besparen op verwarming.
cms/verbs-webp/60111551.webp
neem
Sy moet baie medikasie neem.
nemen
Ze moet veel medicatie nemen.
cms/verbs-webp/105224098.webp
bevestig
Sy kon die goeie nuus aan haar man bevestig.
bevestigen
Ze kon het goede nieuws aan haar man bevestigen.
cms/verbs-webp/17624512.webp
gewoond raak
Kinders moet gewoond raak aan tandeborsel.
wennen aan
Kinderen moeten wennen aan het tandenpoetsen.
cms/verbs-webp/38296612.webp
bestaan
Dinosaurussen bestaan nie meer vandag nie.
bestaan
Dinosaurussen bestaan tegenwoordig niet meer.
cms/verbs-webp/68761504.webp
kontroleer
Die tandarts kontroleer die pasiënt se tande.
controleren
De tandarts controleert het gebit van de patiënt.
cms/verbs-webp/79046155.webp
herhaal
Kan jy dit asseblief herhaal?
herhalen
Kun je dat alstublieft herhalen?
cms/verbs-webp/89635850.webp
skakel
Sy het die foon opgetel en die nommer geskakel.
draaien
Ze pakte de telefoon en draaide het nummer.
cms/verbs-webp/71883595.webp
ignoreer
Die kind ignoreer sy ma se woorde.
negeren
Het kind negeert de woorden van zijn moeder.
cms/verbs-webp/119417660.webp
glo
Baie mense glo in God.
geloven
Veel mensen geloven in God.
cms/verbs-webp/57481685.webp
’n jaar herhaal
Die student het ’n jaar herhaal.
overdoen
De student heeft een jaar overgedaan.
cms/verbs-webp/100649547.webp
aanstel
Die aansoeker is aangestel.
aannemen
De sollicitant werd aangenomen.