Woordenlijst

Leer werkwoorden – Afrikaans

cms/verbs-webp/118567408.webp
dink
Wie dink jy is sterker?
denken
Wie denk je dat sterker is?
cms/verbs-webp/111750395.webp
teruggaan
Hy kan nie alleen teruggaan nie.
teruggaan
Hij kan niet alleen teruggaan.
cms/verbs-webp/110322800.webp
sleg praat
Die klasmaats praat sleg van haar.
kwaadspreken
De klasgenoten spreken kwaad over haar.
cms/verbs-webp/86583061.webp
betaal
Sy het met ’n kredietkaart betaal.
betalen
Ze betaalde met een creditcard.
cms/verbs-webp/123170033.webp
bankrot gaan
Die besigheid sal waarskynlik binnekort bankrot gaan.
failliet gaan
Het bedrijf gaat waarschijnlijk binnenkort failliet.
cms/verbs-webp/102731114.webp
publiseer
Die uitgewer het baie boeke gepubliseer.
publiceren
De uitgever heeft veel boeken gepubliceerd.
cms/verbs-webp/35137215.webp
slaan
Ouers moenie hul kinders slaan nie.
slaan
Ouders zouden hun kinderen niet moeten slaan.
cms/verbs-webp/78932829.webp
ondersteun
Ons ondersteun ons kind se kreatiwiteit.
ondersteunen
We ondersteunen de creativiteit van ons kind.
cms/verbs-webp/67880049.webp
laat gaan
Jy moet nie die greep loslaat nie!
loslaten
Je mag de grip niet loslaten!
cms/verbs-webp/129235808.webp
luister
Hy luister graag na sy swanger vrou se maag.
luisteren
Hij luistert graag naar de buik van zijn zwangere vrouw.
cms/verbs-webp/84314162.webp
uitsprei
Hy sprei sy arms wyd uit.
uitspreiden
Hij spreidt zijn armen wijd uit.
cms/verbs-webp/91442777.webp
trap op
Ek kan nie met hierdie voet op die grond trap nie.
stappen op
Ik kan met deze voet niet op de grond stappen.