Woordenlijst

Leer werkwoorden – Afrikaans

cms/verbs-webp/92266224.webp
skakel af
Sy skakel die elektrisiteit af.
uitzetten
Ze zet de elektriciteit uit.
cms/verbs-webp/97784592.webp
let
’n Mens moet op die padtekens let.
opletten
Men moet opletten voor de verkeersborden.
cms/verbs-webp/120686188.webp
studeer
Die meisies hou daarvan om saam te studeer.
studeren
De meisjes studeren graag samen.
cms/verbs-webp/89084239.webp
verminder
Ek moet beslis my verwarmingskoste verminder.
verminderen
Ik moet absoluut mijn stookkosten verminderen.
cms/verbs-webp/87142242.webp
hang af
Die hangmat hang af van die plafon.
hangen
De hangmat hangt aan het plafond.
cms/verbs-webp/100466065.webp
uitlaat
Jy kan die suiker in die tee uitlaat.
weglaten
Je kunt de suiker in de thee weglaten.
cms/verbs-webp/101938684.webp
uitvoer
Hy voer die herstelwerk uit.
uitvoeren
Hij voert de reparatie uit.
cms/verbs-webp/112444566.webp
praat met
Iemand moet met hom praat; hy’s so eensaam.
praten met
Iemand zou met hem moeten praten; hij is zo eenzaam.
cms/verbs-webp/82095350.webp
druk
Die verpleegster druk die pasiënt in ’n rolstoel.
duwen
De verpleegster duwt de patiënt in een rolstoel.
cms/verbs-webp/86996301.webp
opstaan vir
Die twee vriende wil altyd vir mekaar opstaan.
opkomen voor
De twee vrienden willen altijd voor elkaar opkomen.
cms/verbs-webp/80060417.webp
ry weg
Sy ry weg in haar motor.
wegrijden
Ze rijdt weg in haar auto.
cms/verbs-webp/54887804.webp
waarborg
Versekering waarborg beskerming in geval van ongelukke.
garanderen
Verzekering garandeert bescherming bij ongevallen.