Woordenlijst

Leer werkwoorden – Afrikaans

cms/verbs-webp/86996301.webp
opstaan vir
Die twee vriende wil altyd vir mekaar opstaan.
opkomen voor
De twee vrienden willen altijd voor elkaar opkomen.
cms/verbs-webp/93221270.webp
verdwaal
Ek het op my pad verdwaal.
verdwalen
Ik ben onderweg verdwaald.
cms/verbs-webp/73649332.webp
skree
As jy gehoor wil word, moet jy jou boodskap hard skree.
schreeuwen
Als je gehoord wilt worden, moet je je boodschap luid schreeuwen.
cms/verbs-webp/129244598.webp
beperk
Gedurende ’n dieet moet jy jou voedselinname beperk.
beperken
Tijdens een dieet moet je je voedselinname beperken.
cms/verbs-webp/111021565.webp
walg
Sy walg vir spinnekoppe.
walgen van
Ze walgde van spinnen.
cms/verbs-webp/9435922.webp
kom nader
Die slakke kom nader aan mekaar.
dichterbij komen
De slakken komen dichter bij elkaar.
cms/verbs-webp/100011426.webp
beïnvloed
Laat jouself nie deur ander beïnvloed nie!
beïnvloeden
Laat je niet door anderen beïnvloeden!
cms/verbs-webp/110775013.webp
neerskryf
Sy wil haar besigheidsidee neerskryf.
opschrijven
Ze wil haar zakelijk idee opschrijven.
cms/verbs-webp/50772718.webp
kanselleer
Die kontrak is gekanselleer.
annuleren
Het contract is geannuleerd.
cms/verbs-webp/123786066.webp
drink
Sy drink tee.
drinken
Ze drinkt thee.
cms/verbs-webp/91696604.webp
toelaat
Mens moet nie depressie toelaat nie.
toestaan
Men mag depressie niet toestaan.
cms/verbs-webp/20225657.webp
eis
My kleinkind eis baie van my.
vragen
Mijn kleinkind vraagt veel van mij.