Woordenlijst
Leer werkwoorden – Noors
gifte seg
Mindreårige har ikke lov til å gifte seg.
trouwen
Minderjarigen mogen niet trouwen.
foretrekke
Mange barn foretrekker godteri fremfor sunne ting.
verkiezen
Veel kinderen verkiezen snoep boven gezonde dingen.
selge
Handlerne selger mange varer.
verkopen
De handelaren verkopen veel goederen.
telle
Hun teller myntene.
tellen
Ze telt de munten.
vike
Mange gamle hus må vike for de nye.
wijken
Veel oude huizen moeten wijken voor de nieuwe.
komme først
Helse kommer alltid først!
voorgaan
Gezondheid gaat altijd voor!
komme hjem
Pappa har endelig kommet hjem!
thuiskomen
Papa is eindelijk thuisgekomen!
starte
Soldatene starter.
beginnen
De soldaten beginnen.
ankomme
Han ankom akkurat i tide.
aankomen
Hij kwam net op tijd aan.
sende av gårde
Denne pakken vil bli sendt av gårde snart.
versturen
Dit pakket wordt binnenkort verstuurd.
forstå
Man kan ikke forstå alt om datamaskiner.
begrijpen
Men kan niet alles over computers begrijpen.