Woordenlijst
Leer werkwoorden – Arabisch

يطالب
هو يطالب بالتعويض.
yutalib
hu yutalib bialtaewidi.
eisen
Hij eist compensatie.

استخدم
حتى الأطفال الصغار يستخدمون الأجهزة اللوحية.
astakhdim
hataa al‘atfal alsighar yastakhdimun al‘ajhizat allawhiata.
gebruiken
Zelfs kleine kinderen gebruiken tablets.

قم بتشغيل
قم بتشغيل التلفزيون!
qum bitashghil
qum bitashghil altilifizyuni!
aanzetten
Zet de TV aan!

اُفتُتِحَ
تم افتتاح المهرجان بالألعاب النارية.
auftutih
tama aftitah almahrajan bial‘aleab alnaariati.
openen
Het festival werd geopend met vuurwerk.

لا تدع نفسك
لا تدع نفسك تتأثر بالآخرين!
la tadae nafsak
la tadae nafsak tata‘athar bialakhrin!
beïnvloeden
Laat je niet door anderen beïnvloeden!

تحدث
من يعلم شيئًا يمكنه التحدث في الفصل.
tahadath
man yaelam shyyan yumkinuh altahaduth fi alfasli.
opmerken
Wie iets weet, mag in de klas opmerken.

أرسل
أرسلت لك رسالة.
‘arsil
‘arsalt lak risalatan.
sturen
Ik heb je een bericht gestuurd.

فرز
يحب فرز طوابعه.
farz
yuhibu farz tawabieihi.
sorteren
Hij sorteert graag zijn postzegels.

يبني
الأطفال يبنون برجًا طويلًا.
yabni
al‘atfal yabnun brjan twylan.
bouwen
De kinderen bouwen een hoge toren.

يجلب
العامل يجلب الطعام.
yajlib
aleamil yajlib altaeami.
brengen
De bezorger brengt het eten.

استعاد
الجهاز معيب؛ على التاجر استعادته.
astaead
aljihaz mueib; ealaa altaajir astieadataha.
terugnemen
Het apparaat is defect; de winkelier moet het terugnemen.
