Woordenlijst
Leer werkwoorden – Arabisch

تتوقع
أختي تتوقع طفلًا.
tatawaqae
‘ukhti tatawaqae tflan.
verwachten
Mijn zus verwacht een kind.

التقوا
التقى الأصدقاء لتناول وجبة عشاء مشتركة.
altaqawa
altaqaa al‘asdiqa‘ litanawul wajbat easha‘ mushtarakatin.
ontmoeten
De vrienden ontmoetten elkaar voor een gezamenlijk diner.

عمل
الدراجة النارية معطلة؛ لم تعد تعمل.
eamil
aldaraajat alnaariat mueatalatun; lam taeud taemal.
werken
De motorfiets is kapot; hij werkt niet meer.

تركوا خلفهم
تركوا طفلهم عن طريق الخطأ في المحطة.
tarakuu khalfahum
tarakuu tiflahum ean tariq alkhata fi almahatati.
achterlaten
Ze hebben hun kind per ongeluk op het station achtergelaten.

يقسم
يقسمون أعمال المنزل بينهم.
yuqasim
yuqasimun ‘aemal almanzil baynahum.
verdelen
Ze verdelen het huishoudelijk werk onder elkaar.

حدد
الأسوار تحد من حريتنا.
hadad
al‘aswar tahudin min huriyatina.
begrenzen
Hekken begrenzen onze vrijheid.

انتظر
هي تنتظر الحافلة.
antazir
hi tantazir alhafilata.
wachten
Ze wacht op de bus.

يسمع
لا أستطيع سماعك!
yusmae
la ‘astatie samaeaka!
horen
Ik kan je niet horen!

يركبون
يركبون بأسرع ما يمكن.
yarkabun
yarkabun bi‘asrae ma yumkinu.
rijden
Ze rijden zo snel als ze kunnen.

يغادر
القطار يغادر.
yughadir
alqitar yughadiru.
vertrekken
De trein vertrekt.

تأخير
سنضطر قريبًا لتأخير الساعة مرة أخرى.
takhir
sanadtaru qryban litakhir alsaaeat maratan ‘ukhraa.
achteruit zetten
Binnenkort moeten we de klok weer achteruit zetten.
