Woordenlijst
Leer werkwoorden – Koreaans

유효하다
비자는 더 이상 유효하지 않다.
yuhyohada
bijaneun deo isang yuhyohaji anhda.
geldig zijn
Het visum is niet meer geldig.

관리하다
네 가족에서 누가 돈을 관리하나요?
gwanlihada
ne gajog-eseo nuga don-eul gwanlihanayo?
beheren
Wie beheert het geld in jouw gezin?

촉진하다
우리는 자동차 교통 대안을 촉진해야 한다.
chogjinhada
ulineun jadongcha gyotong daean-eul chogjinhaeya handa.
bevorderen
We moeten alternatieven voor autoverkeer bevorderen.

작업하다
그는 이 모든 파일에 대해 작업해야 한다.
jag-eobhada
geuneun i modeun pail-e daehae jag-eobhaeya handa.
werken aan
Hij moet aan al deze bestanden werken.

출판하다
출판사는 많은 책을 출판했다.
chulpanhada
chulpansaneun manh-eun chaeg-eul chulpanhaessda.
publiceren
De uitgever heeft veel boeken gepubliceerd.

배달하다
그는 집에 피자를 배달합니다.
baedalhada
geuneun jib-e pijaleul baedalhabnida.
bezorgen
Hij bezorgt pizza’s aan huis.

매달리다
천장에서 해먹이 매달려 있다.
maedallida
cheonjang-eseo haemeog-i maedallyeo issda.
hangen
De hangmat hangt aan het plafond.

달리다
운동선수가 달린다.
dallida
undongseonsuga dallinda.
rennen
De atleet rent.

줍다
우리는 모든 사과를 줍기로 했다.
jubda
ulineun modeun sagwaleul jubgilo haessda.
oprapen
We moeten alle appels oprapen.

타다
벽난로에 불이 타고 있다.
tada
byeognanlo-e bul-i tago issda.
branden
Er brandt een vuur in de open haard.

받다
그는 상사로부터 인상을 받았다.
badda
geuneun sangsalobuteo insang-eul bad-assda.
ontvangen
Hij ontving een loonsverhoging van zijn baas.
