Woordenlijst
Leer werkwoorden – Portugees (PT)

significar
O que este brasão no chão significa?
betekenen
Wat betekent dit wapenschild op de vloer?

tocar
O agricultor toca suas plantas.
aanraken
De boer raakt zijn planten aan.

olhar para
Nas férias, eu olhei para muitos pontos turísticos.
bekijken
Op vakantie heb ik veel bezienswaardigheden bekeken.

estudar
As meninas gostam de estudar juntas.
studeren
De meisjes studeren graag samen.

suspeitar
Ele suspeita que seja sua namorada.
verdenken
Hij verdenkt dat het zijn vriendin is.

cobrir
Ela cobre seu cabelo.
bedekken
Ze bedekt haar haar.

conversar
Os alunos não devem conversar durante a aula.
kletsen
Studenten mogen niet kletsen tijdens de les.

deitar
As crianças estão deitadas juntas na grama.
liggen
De kinderen liggen samen in het gras.

oferecer
Ela ofereceu-se para regar as flores.
aanbieden
Ze bood aan de bloemen water te geven.

fechar
Ela fecha as cortinas.
sluiten
Ze sluit de gordijnen.

entrar
Ele entra no quarto do hotel.
binnenkomen
Hij komt de hotelkamer binnen.
