Woordenlijst

Leer werkwoorden – Portugees (PT)

cms/verbs-webp/109766229.webp
sentir
Ele frequentemente se sente sozinho.
voelen
Hij voelt zich vaak alleen.
cms/verbs-webp/81236678.webp
perder
Ela perdeu um compromisso importante.
missen
Ze heeft een belangrijke afspraak gemist.
cms/verbs-webp/79322446.webp
apresentar
Ele está apresentando sua nova namorada aos seus pais.
voorstellen
Hij stelt zijn nieuwe vriendin voor aan zijn ouders.
cms/verbs-webp/34725682.webp
sugerir
A mulher sugere algo para sua amiga.
voorstellen
De vrouw stelt iets voor aan haar vriendin.
cms/verbs-webp/28642538.webp
deixar parado
Hoje muitos têm que deixar seus carros parados.
laten staan
Vandaag moeten velen hun auto’s laten staan.
cms/verbs-webp/62000072.webp
passar a noite
Estamos passando a noite no carro.
overnachten
We overnachten in de auto.
cms/verbs-webp/46565207.webp
preparar
Ela preparou para ele uma grande alegria.
bereiden
Ze bereidde hem groot plezier.
cms/verbs-webp/93169145.webp
falar
Ele fala para seu público.
spreken
Hij spreekt tot zijn publiek.
cms/verbs-webp/75487437.webp
liderar
O caminhante mais experiente sempre lidera.
leiden
De meest ervaren wandelaar leidt altijd.
cms/verbs-webp/96476544.webp
marcar
A data está sendo marcada.
vaststellen
De datum wordt vastgesteld.
cms/verbs-webp/104759694.webp
esperar
Muitos esperam por um futuro melhor na Europa.
hopen
Velen hopen op een betere toekomst in Europa.
cms/verbs-webp/31726420.webp
voltar-se
Eles se voltam um para o outro.
zich wenden tot
Ze wenden zich tot elkaar.