Woordenlijst
Leer werkwoorden – Hindi
पीछा करना
मेरा कुत्ता मुझे जॉगिंग करते समय पीछा करता है।
peechha karana
mera kutta mujhe joging karate samay peechha karata hai.
volgen
Mijn hond volgt me als ik jog.
निकट होना
एक आपदा निकट है।
nikat hona
ek aapada nikat hai.
op handen zijn
Een ramp is op handen.
नौकरी से निकालना
मेरे बॉस ने मुझे नौकरी से निकाल दिया।
naukaree se nikaalana
mere bos ne mujhe naukaree se nikaal diya.
ontslaan
Mijn baas heeft me ontslagen.
धकेलना
नर्स मरीज को व्हीलचेयर में धकेलती है।
dhakelana
nars mareej ko vheelacheyar mein dhakelatee hai.
duwen
De verpleegster duwt de patiënt in een rolstoel.
जाना
यहाँ जो झील थी वह कहाँ गई?
jaana
yahaan jo jheel thee vah kahaan gaee?
gaan
Waar is het meer dat hier was heengegaan?
प्रकाशित करना
प्रकाशक इन पत्रिकाओं को प्रकाशित करता है।
prakaashit karana
prakaashak in patrikaon ko prakaashit karata hai.
uitgeven
De uitgever geeft deze tijdschriften uit.
मिलना
दो लोग जब मिलते हैं, तो अच्छा लगता है।
milana
do log jab milate hain, to achchha lagata hai.
samenkomen
Het is fijn als twee mensen samenkomen.
बंद करना
वह बिजली को बंद करती है।
band karana
vah bijalee ko band karatee hai.
uitzetten
Ze zet de elektriciteit uit.
दिवालिया होना
व्यापार शायद जल्दी ही दिवालिया हो जाएगा।
divaaliya hona
vyaapaar shaayad jaldee hee divaaliya ho jaega.
failliet gaan
Het bedrijf gaat waarschijnlijk binnenkort failliet.
जलना
मांस ग्रिल पर नहीं जलना चाहिए।
jalana
maans gril par nahin jalana chaahie.
branden
Het vlees mag niet branden op de grill.
लॉग करना
किला बंद हो गया था।
log karana
kila band ho gaya tha.
kijken
Iedereen kijkt naar hun telefoons.