Woordenlijst
Leer werkwoorden – Belarussisch

карміць
Дзеці кормяць коня.
karmić
Dzieci kormiać konia.
voeden
De kinderen voeden het paard.

спяваць
Дзеці спяваюць песню.
spiavać
Dzieci spiavajuć piesniu.
zingen
De kinderen zingen een lied.

ставаць
Яны сталі добрай камандай.
stavać
Jany stali dobraj kamandaj.
worden
Ze zijn een goed team geworden.

высілаць
Мой бос высілаў мяне.
vysilać
Moj bos vysilaŭ mianie.
ontslaan
Mijn baas heeft me ontslagen.

провадзіць
Яна провадзіць увесь свой вольны час на вуліцы.
provadzić
Jana provadzić uvieś svoj voĺny čas na vulicy.
doorbrengen
Ze brengt al haar vrije tijd buiten door.

праверыць
Стоматолаг праверыць зубы.
pravieryć
Stomatolah pravieryć zuby.
controleren
De tandarts controleert de tanden.

пускаць
Ці трэба пускаць бежанцаў на мяжы?
puskać
Ci treba puskać biežancaŭ na miažy?
doorlaten
Moeten vluchtelingen aan de grenzen worden doorgelaten?

змешваць
Розныя інгрэдыенты трэба змешваць.
zmiešvać
Roznyja inhredyjenty treba zmiešvać.
mengen
Verschillende ingrediënten moeten worden gemengd.

кіраваць
Ён любіць кіраваць камандай.
kiravać
Jon liubić kiravać kamandaj.
leiden
Hij leidt graag een team.

адказваць
Яна заўсёды адказвае першай.
adkazvać
Jana zaŭsiody adkazvaje pieršaj.
antwoorden
Zij antwoordt altijd eerst.

прыблізіцца
Вушнякі прыбліжаюцца адзін да аднаго.
pryblizicca
Vušniaki prybližajucca adzin da adnaho.
dichterbij komen
De slakken komen dichter bij elkaar.
