Woordenlijst

Leer werkwoorden – Catalaans

cms/verbs-webp/100434930.webp
acabar
La ruta acaba aquí.
eindigen
De route eindigt hier.
cms/verbs-webp/84506870.webp
embriagar-se
Ell s’embriaga gairebé cada vespre.
worden dronken
Hij wordt bijna elke avond dronken.
cms/verbs-webp/115520617.webp
atropellar
Un ciclista va ser atropellat per un cotxe.
aanrijden
Een fietser werd aangereden door een auto.
cms/verbs-webp/125376841.webp
mirar
A les vacances, vaig mirar moltes atraccions.
bekijken
Op vakantie heb ik veel bezienswaardigheden bekeken.
cms/verbs-webp/66787660.webp
pintar
Vull pintar el meu pis.
schilderen
Ik wil mijn appartement schilderen.
cms/verbs-webp/122010524.webp
emprendre
He emprès molts viatges.
ondernemen
Ik heb veel reizen ondernomen.
cms/verbs-webp/120282615.webp
invertir
En què hauríem d’invertir els nostres diners?
investeren
Waar moeten we ons geld in investeren?
cms/verbs-webp/77581051.webp
oferir
Què m’ofereixes pel meu peix?
aanbieden
Wat bied je me aan voor mijn vis?
cms/verbs-webp/90554206.webp
informar
Ella informa de l’escàndol a la seva amiga.
melden
Ze meldt het schandaal aan haar vriendin.
cms/verbs-webp/110045269.webp
completar
Ell completa la seva ruta de córrer cada dia.
voltooien
Hij voltooit elke dag zijn jogroute.
cms/verbs-webp/62000072.webp
passar la nit
Estem passant la nit a l’cotxe.
overnachten
We overnachten in de auto.
cms/verbs-webp/106997420.webp
deixar intacte
La natura va ser deixada intacta.
onaangeroerd laten
De natuur werd onaangeroerd gelaten.