Woordenlijst
Leer werkwoorden – Bosnisch

trgovati
Ljudi trguju rabljenim namještajem.
handelen
Mensen handelen in gebruikte meubels.

udariti
Vole udarati, ali samo u stolnom nogometu.
schoppen
Ze schoppen graag, maar alleen bij tafelvoetbal.

nadati se
Mnogi se nadaju boljoj budućnosti u Europi.
hopen
Velen hopen op een betere toekomst in Europa.

doći na red
Molimo čekajte, uskoro ćete doći na red!
aan de beurt komen
Even wachten, je komt zo aan de beurt!

trčati
Ona trči svako jutro po plaži.
rennen
Ze rent elke ochtend op het strand.

početi
Vojnici počinju.
beginnen
De soldaten beginnen.

obavljati
Ona obavlja neuobičajeno zanimanje.
uitoefenen
Ze oefent een ongewoon beroep uit.

završiti
Možeš li završiti slagalicu?
voltooien
Kun je de puzzel voltooien?

graditi
Kada je izgrađen Veliki kineski zid?
bouwen
Wanneer werd de Chinese Muur gebouwd?

proizvoditi
S robotima može se jeftinije proizvoditi.
produceren
Men kan goedkoper produceren met robots.

boriti se
Sportaši se bore jedan protiv drugog.
vechten
De atleten vechten tegen elkaar.
