Woordenlijst

Leer werkwoorden – Bosnisch

cms/verbs-webp/61575526.webp
ustupiti mjesto
Mnoge stare kuće moraju ustupiti mjesto novima.
wijken
Veel oude huizen moeten wijken voor de nieuwe.
cms/verbs-webp/11497224.webp
odgovoriti
Učenik odgovara na pitanje.
antwoorden
De student beantwoordt de vraag.
cms/verbs-webp/116835795.webp
stići
Mnogo ljudi stiže kamperom na odmor.
aankomen
Veel mensen komen op vakantie met een camper aan.
cms/verbs-webp/119895004.webp
pisati
On piše pismo.
schrijven
Hij schrijft een brief.
cms/verbs-webp/47241989.webp
provjeriti
Što ne znaš, moraš provjeriti.
opzoeken
Wat je niet weet, moet je opzoeken.
cms/verbs-webp/6307854.webp
dolaziti
Sreća ti dolazi.
naar je toekomen
Het geluk komt naar je toe.
cms/verbs-webp/108991637.webp
izbjeći
Ona izbjegava svoju kolegicu.
vermijden
Ze vermijdt haar collega.
cms/verbs-webp/83636642.webp
udariti
Ona udara lopticu preko mreže.
slaan
Ze slaat de bal over het net.
cms/verbs-webp/99169546.webp
gledati
Svi gledaju u svoje telefone.
kijken
Iedereen kijkt naar hun telefoons.
cms/verbs-webp/34979195.webp
sastati se
Lijepo je kada se dvoje ljudi sastanu.
samenkomen
Het is fijn als twee mensen samenkomen.
cms/verbs-webp/66787660.webp
bojiti
Želim bojiti svoj stan.
schilderen
Ik wil mijn appartement schilderen.
cms/verbs-webp/94796902.webp
snaći se
Ne mogu se snaći kako da se vratim.
de weg terugvinden
Ik kan de weg terug niet vinden.