Rječnik
Naučite glagole – nizozemski
creëren
Wie heeft de aarde gecreëerd?
stvoriti
Ko je stvorio Zemlju?
omgaan
Men moet met problemen omgaan.
rukovati
Probleme treba rukovati.
verheugen
Het doelpunt verheugt de Duitse voetbalfans.
oduševiti
Gol oduševljava njemačke navijače.
bedekken
De waterlelies bedekken het water.
prekriti
Lokvanji prekrivaju vodu.
ter beschikking hebben
Kinderen hebben alleen zakgeld ter beschikking.
imati na raspolaganju
Djeca imaju samo džeparac na raspolaganju.
samenvatten
Je moet de belangrijkste punten uit deze tekst samenvatten.
sažeti
Trebate sažeti ključne tačke iz ovog teksta.
schoppen
Pas op, het paard kan schoppen!
udariti
Pazi, konj može udariti!
uitleggen
Opa legt de wereld uit aan zijn kleinzoon.
objasniti
Deda objašnjava svijet svom unuku.
vaststellen
De datum wordt vastgesteld.
postaviti
Datum se postavlja.
overkomen
Is hem iets overkomen tijdens het werkongeluk?
dogoditi se
Je li mu se nešto dogodilo u radnoj nesreći?
verwachten
Mijn zus verwacht een kind.
očekivati
Moja sestra očekuje dijete.