Rječnik

Naučite glagole – nizozemski

cms/verbs-webp/120515454.webp
voeden
De kinderen voeden het paard.
hraniti
Djeca hrane konja.
cms/verbs-webp/79201834.webp
verbinden
Deze brug verbindt twee wijken.
povezati
Ovaj most povezuje dvije četvrti.
cms/verbs-webp/78773523.webp
toenemen
De bevolking is sterk toegenomen.
povećati
Populacija se znatno povećala.
cms/verbs-webp/101709371.webp
produceren
Men kan goedkoper produceren met robots.
proizvoditi
S robotima može se jeftinije proizvoditi.
cms/verbs-webp/38296612.webp
bestaan
Dinosaurussen bestaan tegenwoordig niet meer.
postojati
Dinosaurusi danas više ne postoje.
cms/verbs-webp/120259827.webp
bekritiseren
De baas bekritiseert de werknemer.
kritikovati
Šef kritikuje zaposlenika.
cms/verbs-webp/101945694.webp
uitslapen
Ze willen eindelijk eens een nacht uitslapen.
prespavati
Žele napokon prespavati jednu noć.
cms/verbs-webp/107852800.webp
kijken
Ze kijkt door een verrekijker.
gledati
Gleda kroz dvogled.
cms/verbs-webp/101765009.webp
begeleiden
De hond begeleidt hen.
pratiti
Pas ih prati.
cms/verbs-webp/124525016.webp
achterliggen
De tijd van haar jeugd ligt ver achter haar.
ležati iza
Vrijeme njene mladosti leži daleko iza.
cms/verbs-webp/90773403.webp
volgen
Mijn hond volgt me als ik jog.
pratiti
Moj pas me prati kad trčim.
cms/verbs-webp/68761504.webp
controleren
De tandarts controleert het gebit van de patiënt.
pregledati
Zubar pregledava pacijentovu dentaciju.