Rječnik

Naučite glagole – nizozemski

cms/verbs-webp/59066378.webp
opletten
Men moet opletten voor de verkeerstekens.
obratiti pažnju na
Treba obratiti pažnju na saobraćajne znakove.
cms/verbs-webp/125402133.webp
aanraken
Hij raakte haar teder aan.
dodirnuti
Nježno ju je dodirnuo.
cms/verbs-webp/73880931.webp
schoonmaken
De werker maakt het raam schoon.
čistiti
Radnik čisti prozor.
cms/verbs-webp/91997551.webp
begrijpen
Men kan niet alles over computers begrijpen.
razumjeti
Ne može se sve razumjeti o računalima.
cms/verbs-webp/17624512.webp
wennen aan
Kinderen moeten wennen aan het tandenpoetsen.
naviknuti se
Djeca se moraju naviknuti na pranje zuba.
cms/verbs-webp/8451970.webp
bespreken
De collega’s bespreken het probleem.
raspravljati
Kolege raspravljaju o problemu.
cms/verbs-webp/44159270.webp
teruggeven
De leraar geeft de essays terug aan de studenten.
vratiti
Učitelj vraća eseje učenicima.
cms/verbs-webp/93792533.webp
betekenen
Wat betekent dit wapenschild op de vloer?
značiti
Što znači ovaj grb na podu?
cms/verbs-webp/108295710.webp
spellen
De kinderen leren spellen.
pravopisati
Djeca uče pravopis.
cms/verbs-webp/74908730.webp
veroorzaken
Te veel mensen veroorzaken snel chaos.
uzrokovati
Previše ljudi brzo uzrokuje haos.
cms/verbs-webp/98082968.webp
luisteren
Hij luistert naar haar.
slušati
On je sluša.
cms/verbs-webp/116932657.webp
ontvangen
Hij ontvangt een goed pensioen op oudere leeftijd.
primiti
On prima dobru penziju u starosti.